Differentiatie naar boven
Om te weten wie differentiatie naar boven nodig heeft, moet je letten op de prestaties van de leerlingen. Dit slaat op de inbreng in de klas, de oefeningen in het werkboek en de resultaten op toetsen. Het is belangrijk hiermee bezig te zijn om de leerlingen in je klas zoveel mogelijk te doen ontplooien.
Bij de differentiatievormen kwam bij 'differentiatie naar leerstof' reeds aan bod dat je voor de zwakke leerlingen oefeningen kunt schrappen, zolang ze de doelen maar bereiken. Dit geldt ook voor de sterke leerlingen. Zij hebben minder oefeningen nodig omdat zij meestal de leerinhoud snel onder de knie hebben. Op deze manier heb je meer tijd over voor verrijkingsoefeningen.
|
Als sterke leerlingen klaar zijn met het maken van oefeningen, geef je ze vaak een extra blaadje. Het is echter wel belangrijk goed na te denken over welke oefening je hen geeft als ze vroeger klaar zijn. Je moet namelijk zorgen voor een meerwaarde en niet gewoon voor meer werk. Met verrijking daag je de leerlingen uit en hier zullen ze gemotiveerd voor zijn. Je kan hierbij gebruik maken van de Spetteroefeningen. Bij verrijkingsoefeningen kunnen we het onderscheid maken tussen verdieping en verbreding, hieronder vind je meer uitleg.
|
Bij verdieping als verrijkingsoefening ga je de geziene leerinhoud uitdiepen, je blijft dus binnen het curriculum. Je laat de leerling dus een ander element van het vakgebied verkennen. Dit is niet hetzelfde als voorop lopen. Dit is namelijk geen goed idee, want zo wordt de kloof tussen de sterke en de zwakke leerlingen alleen maar groter. Bovendien krijgen leerkrachten van volgende jaren het steeds moeilijker, omdat deze leerling dan steeds meer kennis heeft van volgende jaren.
|
Als je aan de slag gaat met verbreding als verrijkingsoefening, ga je buiten het curriculum. Dit wilt zeggen dat je de leerling iets aanleert dat ze volgens de eindtermen de leerplannen niet moeten kennen. Dit is dus een uitdaging voor leerlingen, deze kan je zeker gebruiken bij de sterke leerlingen. Een populaire verbreding is het aanleren van een vreemde taal, zoals Spaans. Deze taal moet volgens de eindtermen en de leerplannen niet gekend zijn, maar dit mag zeker wel aangeleerd worden als het de andere doelen niet in de weg staat. Op deze manier worden de leerlingen uitgedaagd en wordt de kloof tussen sterke en zwakke leerlingen in de klas niet groter.
|