Soorten differentiatie
Binnen differentiatie kunnen we het onderscheid maken tussen convergente en divergente differentiatie. Hiernaast is er ook nog een verschil tussen interne en externe differentiatie.
We hebben een minimumdoel voor de hele klasgroep opgesteld. Om deze soort differentiatie uit te werken, laat je de les volgende stappen doorgaan:
1. Klassikale instructie. 2. Er zijn 3 groepen in de klas: - minimumniveau: zij krijgen een verlengde instructie bij de leerkracht, - basisniveau: zij gaan zelfstandig door met de gewone leerstof, - hoger niveau: zij gaan met verdiepingsoefeningen aan de slag. 3. Met de hele klas de les afronden (minimumdoel toetsen). Door met de hele klas het minimumdoel te bereiken, blijft je klas bij elkaar. Dit is zeer belangrijk, de kloof wordt niet groter tussen de verschillende niveaus. |
Bij deze soort differentiatie ga je meer rekening houden met de individuele behoeftes van de leerlingen. Je gaat differentiëren voor groepen leerlingen, dit zijn homogene groepen. In elke groep zitten dus leerlingen met hetzelfde niveau. Je stelt geen minimumdoel op voor de hele klasgroep waardoor de groepen met andere doelen aan de slag gaan. Dit zorgt ervoor dat de kloof steeds groter wordt tussen deze verschillende groepen en er steeds meer differentiatie nodig is.
We spreken van interne differentiatie wanneer je differentieert binnen de klas. Om alle leerlingen uit je klas uit te dagen en tevreden te stellen, moet je differentiëren. Dit kan je doen door aan de slag te gaan met homogene of heterogene groepen. Een homogene groep is een groep met daarin leerlingen met min of meer hetzelfde niveau. Op deze manier kan je bijvoorbeeld elke groep andere oefeningen geven en de zwakste groep begeleiden. Een heterogene groep is een groep met leerlingen met verschillende niveaus. Zo kunnen de zwakkere leerlingen bijleren van de sterkere leerlingen. Bovendien is bewezen dat de sterkere leerlingen hier niet onder lijden.
|
Bij externe differentiatie differentieer je buiten de klas. Er worden groepen gemaakt op basis van de leerlingen hun begaafdheid, prestaties of noden. Voorbeelden hiervan zijn een plusklas, zorgklas en buitengewoon onderwijs (hier spreken we echt van een andere school). Een plusklas is een klas op school waar meer- en hoogbegaafde leerlingen terecht kunnen, ze zitten met verschillende leeftijden samen. De leerlingen krijgen hier verdieping van wat ze leren binnen de klas en ook verdieping door bv. een nieuwe taal aan te leren (Spaans is hierbij populair).
|